Eerder verschenen in de Wogmeerkroniek, nr. 8, 2003, pagina 3-9.
De forse stolp Wogmeer 77-79 heeft al meer dan een kwart eeuw geen
agrarische functie meer, maar heeft nog niets verloren van haar
indrukwekkende verschijning. Het vee is er definitief verdwenen. De
dubbel bewoonde boerenhoeve pal naast het polderpad De Kwakel biedt
gerieflijk onderdak aan elf personen, en soms meer mensen.
Twee gezinnen wonen er. Remt Modderman en Marianne Vriend met hun
kinderen Tim, Lorine en Daan in het voorste gedeelte. Met op nummer 79
Dos, Jule, Jonna en Dinne, samen met hun ouders Luc Moonen en Margot
Wassink. Allen voelen zij zich er thuis, op deze plek in de Wogmeer, in
de boerderij waar eerder twee generaties van de familie Wijte hebben
gewoond. Daarvoor was de stolp in handen van de familie Duijn, gedurende
één generatie.
De geschiedenis van deze boerenhoeve voert allereerst terug naar 1878.
In dat jaar is de huidige stolp gezet, zo leren gegevens van het
Kadaster Alkmaar.
Op deze plek stond ook al een boerderij. Die zal toen geheel zijn
gesloopt. Een kaartje in het archief van het Kadaster geeft volledige
nieuwbouw aan. Dit kaartje is een zogeheten hulpkaart, waarop
veranderingen in bebouwing werden aangegeven.
De vorm van de gesloopte boerderij was iets anders. Van een uitgebouwd
voorhuis was geen sprake en daardoor was de boerderij iets korter. De
oude bebouwing was iets breder.
De ouderdom van de eerdere boerderij kon (nog) niet worden
achterhaald. Op de oudste kadastrale kaart staat op deze kavel een
rechthoekige stolp van flinke afmeting aangegeven. Deze kaart is
opgemaakt in 1826. Bij de invoering van het Kadaster in 1832 waren alle
percelen met eventuele bebouwing in kaart gebracht. Landmeter S.P. van
Diggelen had ook de Wogmeer aangedaan.
Willem Duijn (1832-] 907) kocht de boerderij in 1854 van de erfgenamen
van Jan Schoof en Immetje Voerman. Dit echtpaar zat op deze
boerenplaats. Beiden waren hier in de loop van 1853 overleden. De
erfgenamen waren de kinderen Jantje, Bregje, Dirk, Cornelis en Outjer
Schoof.
Willem Duijn werd eigenaar voor ƒ 8500. Bij de koop waren inbegrepen
vier percelen weiland (totaal 6 bunder, 84 roeden en 30 ellen), twee
stukken dijk (totaal 16 roeden en 60 ellen) en de boomgaard (10 roeden
en 20 ellen).
Duijn kocht alleen de boerderij en land. Zoon Dirk Schoof nam het vee
over, plus 'boer- en bouwgereedschappen' , hooi en stro. Ook het
huisraad en overige inboedel gingen naar hem. Dirk Schoof was landman in
Westwoud.
Jan Schoof en zijn vrouw Immetje Voerman hadden de boerderij gekocht in
1830 van Arien Mettes, landman in de Wogmeer, en zijn vrouw Eefje de
Jong.
Schoof boerde eerst in Zuid-Spierdijk (gemeente Berkhout). Hij betaalde
voor de boerderij (aangeduid als huismanswoning) en vier percelen
grasland (totaal 16 bunder 46 roeden en 95 ellen) ƒ 5800.
De wieg van Jan Schoof stond in Schellinkhout, die van zijn vrouw in
Hem.
De boerenplaats was geërfd door Eefje de Jong, de vrouw van Arien
Mettes. De erflaatster was Lijsbeth Klaasdochter Pels, Bij haar dood in
1820 bleek dat Lijsbeth de boerderij had toebedeeld aan Dirk de Wit en
Eefje de Jong. Met hem was Eefje eerder getrouwd. Zij woonden in het
Obdammer gedeelte van de Wogmeer.
Lijsbeth Klaasdochter Pels was weduwe van Klaas Doevis. Bij het opmaken
van haar testament in 1816 woonde Lijsbeth op de Spierdijk, onder de
gemeente Berkhout. Kennelijk was zij een rijke vrouw. Eerder, in 1813,
werd zij in een notariële acte omschreven als eigenaresse, wonende
in den Hout, even buiten de stad Alkmaar. Met Lijsbeth Klaasdochter
Pels besluiten we de zoektocht naar de oudste historie van de boerderij.
Na de aankoop in 1854 ging Willen Duijn niet direct wonen op de
boerderij.
Dat gebeurde vier jaar later, in 1858. Duijn had zich na zijn huwelijk
in 1851 met Grietje Klaver gevestigd op een andere boerenplaats in de
Wogmeer, in het gedeelte dat behoorde tot de gemeente Obdam. Dat was
niet de boerderij waar hij in 1832 was geboren. Op die stolp, nu Wogmeer
119, zat toen zijn broer Jacob Duijn. Vader Simon Duijn (1788-1846) was
daar vanuit de Beemster gekomen in 1811 of 1812. De in de Schermer
geboren Simon Duijn was zeer vermogend.
Na het overlijden van vader Simon Duijn in 1846 woonde zoon Willem enige
tijd met zijn moeder Arijaantje Metselaar in de stolp Wogmeer 75.
Willem Duijn en zijn vrouw Grietje Klaver kregen vijftien kinderen, van
wie er zeven jong stierven.
Landman Willem Duijn had veel percelen weiland in de Wogmeer in bezit.
Af en toe kocht hij landerijen. Zo betaalde hij in 1881 landbouwer
Gerrit Appelman ƒ 9800 voor vijf stukken land met een totale oppervlakte
van 6 hectare, 57 are en 60 centiare.
Hij liet dus in 1878 de boerderij nieuw bouwen. Willem en zijn vrouw
Grietje zaten toen nog in de kleine kinderen. De jongste, Aagje, was
vier jaar toen de aannemer aan het werk was.
De stolp kreeg een 2½-vierkant. Dat was ongewoon groot. De meeste
stolpen werden voorzien van één vierkant. De hoeve werd 35 meter lang
en zeventien meter breed. Het uitgebouwde voorhuis werd veertien meter
breed. Er werd ook een nieuwe, schuur gezet, ter vervanging van een
kleinere.
Stolpen met een 2½-vierkant en een uitgebouwd voorhuis zijn zeldzaam in
Nederland.
De stolp is gebouwd door Piet Wijte, zo mag worden aangenomen. In een
van de vierkantspalen staat namelijk zijn naam ingekrast, 'P. Wijte' .
Wogmeerder Piet Wijte was timmerman en heeft veel boerderijen gebouwd.
Een zoon van Piet Wijte, Koos (Jacobus), trouwde in 1908 met dochter
Aagje van Willem Duijn.
Willem Duijn had op zijn boerenbedrijf veehoudersknechten en
veehoudersmeiden, zoals dat toen heette, aan het werk. Begin 1862 waren
dat Willem Pater (in 1836 geboren te Berkhout) en Trijntje Groot (1845,
Spanbroek). De eerste dienstbode in de nieuwe stolp was Adriaantje van
der Gracht (1855, Benningbroek).
Aagje (Agatha) en haar bijna acht jaar oudere broer Klaas (Nicolaas)
bleven wonen op de boerderij toen vader Willem Duijn in 1907 was
overleden. Moeder Grietje Klaver was al eerder gestorven, in 1886. Zij
heeft dus maar acht jaar plezier gehad van de nieuwe boerderij.
De totale waarde van de bezittingen van Willem Duijn werd vastgesteld
op ƒ 151.870, zo bleek bij de boedelscheiding. De erfgenamen stuitten op
een merkwaardige vondst. Tussen de papieren werden oude
eigendomsbewijzen van landerijen in Colombia aangetroffen. Het ging
daarbij om liefst duizend hectare land, onontgonnen land. De
eigendomsbewijzen bleken echter niet meer van kracht te zijn.
De acht kinderen kregen ieder een achtste deel van de erfenis. De
kinderen waren: Adriana Duijn te Wogmeer, zonder beroep, weduwe van Jan
de Jong; Simon Duijn te Wijde Wormer, veehouder; Gerrit Duijn te Ursem,
veehouder; Willem Nicolaas Duijn te Spierdijk, veehouder; Elisabeth
Duijn te Wogmeer, echtgenote van Jacob Schilder, veehouder; Nicolaas
Duijn te Wogmeer, veehouder; Jan Duijn te Beemster, veehouder; en Agatha
Duijn te Wogmeer, zonder beroep.
Dochter Aagje trouwde in 1908 met Koos Wijte, zoals we eerder zagen. Zij
bleef op de boerderij, samen met haar man. De boerenplaats kwam toen ook
op hun naam te staan. Broer Klaas Duijn ging boeren op de stolp ernaast, Wogmeer 75.
Koos Wijte heeft jaren geboerd op de stolp langs De Kwakel, die zijn
vader dus had gezet. Aagje Wijte-Duijn stierf er in 1937 op 63-jarige
leeftijd, op de plek waar zij was geboren.
Na de dood van zijn vrouw verhuisde Koos Wijte naar Bergen. Hij
rentenierde daar aan de Kerkelaan en was hertrouwd, met Coba Zuurbier.
Op 9 november 1939 liet hij notaris P.H. Hilbrand te Obdam een acte
opmaken. Daarbij verkocht Koos Wijte de boerenplaats met ruim vijftien
hectare land aan zijn broer Cees (Cornelis Gerardus), voor de prijs van
ƒ 33.000. Twee percelen dijk (van De Kwakel) waren daarbij inbegrepen.
Landbouwer Cees Wijte was getrouwd met Dina Commandeur. Zij overleed al
op 40-jarige leeftijd, op 23 december 1933. Een drama.
Het gezin woonde toen nog op een andere boerderij in de polder, 'in de
zuid'. Dat is de stolp Middenweg 71 (in 1938 opnieuw gebouwd na een
grote brand, nu bewoond door P. Jansen, Wogmeer 2).
Dina Wijte-Commandeur had het leven geschonken aan twaalf kinderen. Een
van de jongste was de in 1927 geboren Dien. Zij was zes jaar toen moeder
stierf.
Na de dood van moeder kwam Dien bij opoe, Dirkje Wijte-Klaver. Zij
woonde in het polderhuis naast de Wogmeerse poldermolen. Opa, timmerman
Piet Wij te, was al overleden.
Cees Wijte bleef weduwnaar. Nadat hij in 1939 eigenaar was geworden, nam hij zijn intrek in de ouderlijke boerderij langs De Kwakel. Daar lag meer land achter dan bij zijn eigen boerderij 'in de zuid'. Hij kwam er samen met zeven kinderen. Nummer acht, dochter Dien, volgde in 1944.
In de oorlogsjaren is op zondagen gedanst op de koegang, bij gebrek
aan ander vertier. Een flink aantal jonge Wogmeerders trof elkaar dan in
de boerderij. Ook onderduikers in de polder kwamen er op af. Twee
accordeonisten zorgden voor de muziek. Een van hen was Lau Vlaar uit
Spierdijk.
De hooiberg bood in de Tweede Wereldoorlog enige tijd veilig onderdak
aan wapens die in het Rietbos in de Wogmeer waren gedropt. De wapens
waren bestemd voor het verzet.
Op 61-jarige leeftijd stierf Cees Wijte op 16 juni 1953 in de Wogmeer,
na een ziekbed. Vijf kinderen woonden toen nog thuis, twee waren
getrouwd en één, Theo, was overleden.
De scheiding en verdeling van de zaken behorende tot de nalatenschap van
vader Wijte werden op 26 april 1954 vastgelegd bij notaris W. Appel te
Obdam. De zeven erfgenamen waren de kinderen: Jan, Piet en Cor (allen
veehouder-landbouwer), Dien, Roos, Dora (echtgenote van boekhouder Jan
Boonen te Amsterdam) en Jo (getrouwd met elektriciën Adam Petrus Dignum
te Hensbroek).
De broers Jan en Piet bleven op de boerenplaats naast De KwakeI, broer
Cor kreeg de stolp 'in de zuid'. Cor boerde daar al sinds zijn huwelijk
in 1952 met Trien Bakker.
De stolp naast De K wakeI was in 1953 geschikt gemaakt voor dubbele
bewoning. In dat jaar trouwde Piet. De twee woningen stonden ook
aangegeven bij het Kadaster. Het officiële adres luidde toen Middenweg 16-18.
Piet Wijte en zijn vrouw Gré Schilder woonden op nummer 16 ('de
zijkant'), de ongetrouwde broers en zusters Wijte op nummer 18 (het
oorspronkelijke woongedeelte). De keuken werd in tweeën gedeeld, de
vroegere 'opkamer' (een deftig vertrek) en een niet meer gebruikte
slaapkamer werden ingericht als extra woongedeelte. Piet en Gré kregen
een uitgang op de dars. Jan bleef aan de voorzijde wonen. In 1954 was
hij getrouwd met Corrie Veul. Het voorhuis is toen verbouwd.
In 1954 trouwde ook Dien Wijte. Zij en haar man Thijs Spruit vertrokken
naar Hensbroek.
Piet en Jan Wijte hebben tien jaar op het bedrijf geboerd, ieder voor
zich, ieder zo'n tien à twaalf koeien. Piet verhuisde in 1964 naar de
Dorpsweg in Hensbroek. De boerenplaats kwam toen volledig op naam van
Jan te staan. Hij bleef vrijwel hetzelfde aantal koeien melken.
"Meer dan veertien koeien hebben we nooit gehad", vertelt
Corrie Wijte-Veul (geboren in 1932). "We bleven klein. Behalve
koeien hadden we een koppeltje schapen. Die hielden mooi de dijk, De
Kwakel, kort."
Pas in 1963 kwamen er warm water en een boiler. Corrie: "Ik weet
het nog goed, ik liep van de zesde. De man van de waterleiding was heel
verbaasd dat we nog geen warm water hadden op de boerderij."
Jan en Corrie Wijte verkochten in juni 1977 de boerderij. Ze stopten
er met boeren. De gezondheid van Jan was niet optimaal.
"Bovendien", vertelt Corrie, "hadden we geen opvólger."
De zeven kinderen zijn allen dochters.
De boerenplaats werd verkocht aan twee echtparen. Een deel van de stolp
werd eigendom van vertegenwoordiger Gerard van Gent uit Heerhugowaard,
getrouwd met Ria van Loon.
Het andere gedeelte kwam in handen van Thomas Moltser, die met zijn
vrouw Annemarie Meijers eveneens in Heerhugowaard woonde. Hij was van
beroep verkoper. Met de verkoop aan de beide stellen kwam een einde aan
de agrarische bestemming van de boerderij.
Jan en Corrie Wijte vertrokken in 1977 naar de stolp 'in de zuid'.
"Die was wat kleiner." Daar hadden Cor en Trien Wijte-Bakker
ruimte gemaakt door te verhuizen naar Berkhout.
Na aankoop van de stolp voerden de nieuwe eigenaren gezamenlijk een
langdurige en grondige verbouwing uit. Het voorhuis (het oorspronkelijke
woongedeelte), de hooiberg, de dars en de veestalling, inwendig werd de
hoeve volledig onder handen genomen.
De verbouwing werd uitgevoerd onder architectuur.
Na deze ingrijpende klus deed nauwelijks iets meer denken aan de
vroegere functie van het imposante gebouw als boerenbedrijf. Echter, de
zee aan ruimte én de vierkantspalen bleven binnen herinneren aan een
stolp.
Het echtpaar Moltser-Meijers betrok het voorste woongedeelte, Wogmeer
77. De huidige bewoners, Remt Modderman en Marianne Vriend, werden in
1991 eigenaar. Zij kwamen uit Haarlem.
Luc Moonen en Margot Wassink woonden toen al op nummer 79. Zij waren
afkomstig uit Amsterdam.
Luc en Margot hadden het achterste gedeelte van de boerenhoeve in 1988
gekocht van René Edward Wouter Detroye. Deze Canadese helicopterpiloot
was er met zijn eveneens uit Canada afkomstige vrouw, kunstenares
Kathrijn Evelijn Shand, gaan wonen na aankoop in 1986 van Gerard en Ria
van Gent.
De huidige bewoners van Wogmeer 77-79 zitten er goed, sinds de
aankoop in respectievelijk 1991 en 1988. Bij de kennismaking met deze
boerenhoeve - én met de Wogmeer - waren zij allen getroffen door vooral
de ruimte. Een machtig onderdak voor mensen met inspiratie en
aspiraties.
De jarenlang agrarisch gebruikte boerenhoeve heeft eigentijdse bewoning
verkregen en geeft nu onderdak aan een automatiseringsdeskundige (Remt,
geboren in 1954), psychologe (Marianne, 1948), arts (Luc, 1956) en
moeder (Margot, 1961).
Voorts bieden Luc en Margot er crisisopvang. Sinds 1995 vangen zij
tijdelijk kinderen in noodsituaties op. De leeftijd varieert van nul tot
drie jaar. Een kind verblijft bij hen drie tot zes maanden.
Het oorspronkelijke voorhuis is deels ingericht als
psycholoog-praktijkruimte, het achterste deel van de hoeve biedt opvang
in crisissituaties.
Dat had Grietje Duijn-Klaver nooit kunnen bevroeden toen zij met haar
man in 1878 de toen nieuwe stolp betrok.
En waar decennia achtereen het geurige hooi lag opgestapeld als ruwvoer
voor het vee, klonk gedurende vijf jaar wekelijks het in 1992 opgerichte
Wogmeers Vocaal Ensemble.
Ed Dekker
- Archief Kadaster te Alkmaar
- Westfries Archief te Hoorn:
* burgerlijke stand gemeenten Hensbroek en Obdam
* bevolkingsregisters gemeenten Hensbroek en Obdam
* notariële aktes
- De Voorouders van Adriana de Jong, genealogisch boek, samengesteld
door Berna van Amersfoort-Oudejans en Henk van Amersfoort, Lisse, 2002.
© 1954-2024 |
Westfriese Families |
E-mail |
Sitemap
"Die zijn voorgeslacht niet eert, is zijn eigen naam niet weerd."