De paarden Rita (voor) en Femi, moeder en dochter, worden met een ijzeren praam vervoerd naar een van de akkers in het toen nog onverkavelde Geestmerambacht om te eggen. Rita en Femi waren twee van de vier werkpaarden die Pieter Jacob Lammerschaag (1903-1983) deelde met zijn broers Hillebrand en Willem, die een tuindersbedrijfje hadden op Koedijk. Pieter bedient het buitenboordmotortje van de praam. Knecht Piet Mulder houdt de paarden vast. De verkaveling van het Geestmerambacht, begin jaren zeventig, maakte een einde aan het varen. (Foto familie-archief Lammerschaag)
Dat leverde 40.000 gulden op. Een flink verschil met mijn vader. Die was
in 1936 begonnen met 24 koeien die samen 96.000 kilogram melk gaven. De
fabriek Neerlandia keerde 4600 gulden uit voor deze plas melk. In
twintig jaar tijd waren de productie per koe en de uitbetaling per
kilogram melk dus behoorlijk gestegen."
Jan Lammerschaag - de nummer zes van het rijtje - stopte in 1964 met de
tuinderij. Hij ging zich volledig toeleggen op de veehouderij.
"Mijn vader had samen met zijn twee broers zeven bunder tuinderij.
Ze teelden in het Geestmerambacht kool en aardappelen. Soms hadden ze
ook tulpen. Toen ik begon zou ik in beide takken flink moeten investeren
in machinerieën. De bouwerij heb ik toen laten schieten." Achter
het bedrijf had Lammerschaag zeventien hectare weiland, in vier stukken
van iets meer dan vier hectare. Daarnaast had hij in het Geestmerambacht
9½ hectare los land. "Je kende de landerijen natuurlijk van haver
tot gort. De verschillen in aard waren frappant. Je had er echt trage
stukken bij, waar de grasgroei langzaam op gang kwam. Dat heeft
natuurlijk met de grondsoort te maken."
Bregweid
De percelen land van Lammerschaag hadden elk een naam. Dat voorheen
vrijwel elke akker in het Geestmerambacht een naam droeg blijkt uit een
studie van de stichting Coördinatie Onderzoek Oud Geestmerambacht. Deze
stichting heeft uitvoerig onderzoek gedaan naar water- en veldnamen
zoals die gedurende meer dan vier eeuwen rond het dorp Koedijk werden
gebezigd. Een van de stukken land van Lammerschaag heette de Bregweid.
Deze aanduiding werd gebruikt tot de ruilverkaveling van het
Geestmerambacht in het begin van de jaren zeventig. Breg is Westfries
voor brug. Tot de verkaveling was de Bregweid met een basculebrug
verbonden met het erf van de boerderij.
De Piereweid zal zijn afgeleid van de naam waarmee dit stuk land
in het begin van de zeventiende eeuw werd aangeduid: Jonge Pieters
weyde. Kennelijk was dit land toen van de zoon van een zekere
Pieter. De Lange weid liep van de vroegere sloot achter de
boerderij, de Achtergraft, helemaal naar de ringsloot van de polder
Kleimeer (aangeduid als 'de kruissloot'). De Lange weid had een
lengte van 750 meter. Dan was er de Grote weid, met een
oppervlakte van twee bunders, 73 roeden en 70 ellen. Deze maten zijn
oude benamingen voor hectares, ares en centiares.
« Vorige pagina | Volgende pagina »
© 1954-2021 | Westfriese Families | E-mail | Sitemap
"Die zijn voorgeslacht niet eert, is zijn eigen naam niet weerd."