Halifax JB 928
De brandbommen waren bedoeld voor het vijandelijke Duitsland. Het
Engelse toestel, een Halifax JB 928, kwam echter niet ver. Het vliegtuig
werd onderschept door een Duitse nachtjager. De Halifax maakte onderdeel
uit van het 78ste Squadron van de RAF (Royal Air Force) en was
opgestegen van de vliegbasis Yorkshire. Het toestel was een van de 473
bommenwerpers die in de nacht van 25 op 26 juni 1943 vanuit Engeland
werden uitge- zonden naar de vijandelijke doelen Gelsenkirchen en
Bochum.
Deze nacht zou een van de zwartste bladzijden vormen in de annalen van
de luchtoorlog boven Nederland. De Halifax JB 928, met aan het stuurwiel
de 29-jarige Major Hugh Oddie, was de eerste van de dertig bommenwerpers
die deze nacht in Nederland werden neergehaald. Vijftien kilometer voor
de kust werd het toestel onderschept door een Messerschmitt, die in
Bergen was opgestegen. De Halifax stortte brandend neer in een weiland
van de Bergense veehouder Simon Louwes, even ten noordoosten van de
zuivelfabriek Wilhelmina aan de Bergerweg tussen Alkmaar en Bergen. De
piloot had zijn lading, een formidabele hoeveelheid bommen, voor het
merendeel al afgeworpen. Brandbommen en ook enkele brisantbommen vielen
op het Noordeinde van Koedijk. Als enige van de zeven bemanningsleden
overleefde piloot Oddie de crash niet. De andere zes Engelsmannen konden
het brandende toestel verlaten en zijn uiteindelijk krijgsgevangen
genomen. Major Hugh Oddie is begraven in Bergen.
Dienst Wederopbouw
Na de ramp woonde Pieter Jacob Lammerschaag met zijn gezin tijdelijk op
de kooldars van het huis van zijn vader en moeder, op Kanaaldijk 62 (nu
het woonhuis van Jo Masteling). Voor het vee werd een noodvoorziening
achter de verbrande boerderij gezet. Zeven jaar later werd op de plek
van de stolp een nieuw huis gebouwd, met achter een Zuidhollandse stal.
De nieuwbouw was in handen van de Dienst Wederopbouw, van het Rijk. Vijf
jaar na zijn huwelijk in 1956 met Tini Leegwater, kwam Jan Lammerschaag
op het boerenbedrijf. "Ik begon met 28 koeien. Die waren per jaar
goed voor 150.000 kilogram melk.
Een luchtfoto van een deel van het Noordeinde van Koedijk, waarschijnlijk uit
de jaren zestig. Tweede van links het woonhuis van de familie
Lammerschaag. Dit is gezet in 1950 nadat de stolp in de Tweede
Wereldoorlog geheel ten prooi was gevallen aan vlammen. De schuren staan
op de Bregweid. Dit stuk land recht achter het bedrijf was te bereiken
via een basculebrug over de sloot. Bij de ruilverkaveling van het
Geestmerambacht is dit water weg geworden, de Achtergraft. Geheel links
het toenmalige woonhuis van Cornelis Spaan en zijn vrouw Elizabeth
Bruijn, Kanaaldijk 46. De enige stolp op de foto, rechts van
Lammerschaag, bleef gespaard bij de grote brand op het Noordeinde van 26
juni 1943. De stolp behoord toen tot het tuindersbedrijf van Gert Delis.
(Foto familie-archief Lammerschaag)
« Vorige pagina | Volgende pagina »
© 1954-2021 | Westfriese Families | E-mail | Sitemap
"Die zijn voorgeslacht niet eert, is zijn eigen naam niet weerd."